Taart

Ik zat ooit in een panelgesprek van een vriendin. Ik heb me nog zo’n vreemde eend gevoeld als toen. Een kring van vijf meiden beantwoorden vragen in mijn ogen alsof ze allemaal een eetstoornis hadden. “Heb je wel eens iets op het internet besteld waar je slanker van zou worden?” “Moet je van jezelf sporten als je hebt gezondigd?” “Heb je wel eens een calorieen-tel-app gebruikt?” Maar de vraag die me het meest bij bleef: “Als je ’s ochtends al iets ongezonds hebt en je bent dan daarna op een verjaardag. Mag je dan nog een stuk taart? Ook als dat stuk je lievelings taart is?” En masse werd er geantwoord met: “Nee, dan laat ik het staan.” Vol afschuw en ook iets van medelijden keek ik ze aan. En dacht; meiden I will take this one for the team. Ik zal al jullie taart dan wel eten.

Want natuurlijk mag ik een stuk taart. En helemaal als dat mijn lievelings taart is. (Citroen meringe, thanks voor asking.) Want waarom zou je jezelf ooit iets ontzeggen wat je echt lekker vindt? Heeft je moeder je niet geleerd dat je nooit alleen moet leven voor morgen? Dingen die je wilt moet je nu doen, want je weet nooit of je straks onder een bus loopt. (Is er iemand die iemand kent die daadwerkelijk onder de bus kwam? En dan niet beginnen over die Mean Girls scene.) Want weet jij veel of je morgen nog taart kunt eten. Bovendien heb ik sowieso vrijwel nooit spijt van dingen die ik heb gegeten (en gedaan), maar eerder van dingen ik niet heb gegeten.

Ik dwing mezelf nu, 5 jaar na dit gesprek, wel om de volgende dag te gaan sporten. Want ik wil nog een heel lang leven taart eten. Maar toen ik net een stuk taart - niet eens mijn lievelings - kreeg aangeboden heb ik er met volle teugen van genoten.

Vorige
Vorige

Pekingeend